Harm (21) maakte van zijn passie voor molens zijn werk

‍Hoe zijn passie ontstond

Het bijzondere verhaal van Harm begint bijna 15 jaar terug. “Vroeger gingen we altijd op vakantie naar Akersloot, in Noord-Holland. We kampeerden dan bij goede kennissen van ons. Dat was naast Molen De Oude Knecht. Mijn interesse was meteen gewekt. Hoe de wieken draaien, hoe de techniek werkt. We zijn één keer op een zaterdag wezen kijken en daarna was ik om. Jarenlang kwamen we daar terug. Elke vakantie ging ik bij de molen op bezoek,” vertelt hij enthousiast. “Eenmaal thuis hadden we een keer een feestje bij een café tegenover de molen in Eibergen. De molenaar was daar ook en hij nodigde me uit om langs te komen. Sindsdien ben ik daar vrijwilligerswerk gaan doen. Ik was toen negen. Tot mijn 19^e was ik elke zaterdag bij de Mallumse Molen te vinden.”

Verschillende vmbo-profielkeuzes

Ondanks zijn overduidelijke passie voor molens en hun techniek, was dat niet waar de 21-jarige Haarloër meteen voor koos. “De eerste twee jaar van mijn middelbare school, zat ik op het AOC in Borculo. Nu heet dat het Zone College. Daar volgde ik de kader gemengde leerweg. Dat was vooral omdat ik op de boerderij was opgegroeid en dacht dat ik daar wel verder in wilde. Ik maakte er een hoop vrienden en vond het fijn dat mijn klasgenootjes ook allemaal van de boerderij kwamen. Maar het paste niet bij me. Ik wilde echt iets met techniek en mijn handen gaan doen. Mijn broer zou de boerderij van mijn vader waarschijnlijk overnemen, dus daarvoor hoefde ik ook niet te blijven. Ik besloot toen om over te stappen naar het Assink Lyceum in Neede. Daar ging ik het profiel Bouwen, Wonen en Interieur volgen,” legt hij dapper uit. 

‍

‍

Vervolgopleiding tot restaurateur

De meest voor de hand liggende vervolgopleiding was er een tot allround bouwvakker. Maar dat paste de ambitieuze jongen niet. “Nadat ik het vmbo had afgerond, heb ik eerst gekeken bij Bouwmensen. Maar daar moet je weer helemaal bij niveau 2 beginnen en word je echt opgeleid tot bouwvakker in de breedste zin. Ik wist eigenlijk toen al wel dat ik graag in de restauratie wilde,” gaat Harm zijn verhaal verder. “Daarom ben ik daarna naar de vakschool van RIBO gegaan, waarbij ik al meteen kon leren voor het restauratievak. Die studie duurde drie jaar. Je begint eerst met een paar weken theorie in de boeken en gaat vervolgens stagelopen. Het grootste deel van de studie liepen we drie dagen per week stage, hadden we een dag theorielessen op school en had je een dag zelfstudie.”

Ervaring opdoen in de praktijk

Een groot deel van zijn opleiding deed Harm dus ervaring op in de praktijk. “Ik kende de molen in Eibergen natuurlijk door en door, maar mijn vader tipte me over de molenmakerij in Lochem. Ik werd meteen enthousiast en nam contact met ze op. Zodoende liep ik de eerste twee jaar stage bij Molenmakerij Groot Wesseldijk in Lochem. Dat is een onderdeel van Vaags.” Zo leerde de Achterhoeker niet alleen Groot Wesseldijk, maar ook Vaags al een beetje kennen. “Het laatste jaar wilde ik graag wat anders en liep ik stage bij bouwbedrijf Hoffman in Beltrum. Daar werd ook restauratiewerk gedaan, maar meer aan boerderijen en kerken enzo. Dat was leuk en lekker dicht bij huis, maar de molens bleven kriebelen.” 

Meteen een vast contract

Inmiddels was de ambitieuze molenmaker klaar met zijn restauratieopleiding en kon hij aan de bak. “Toen ik klaar was met de opleiding kon ik meteen in vaste dienst komen bij Vaags Molenwerken. En molenmaker is toch wat ik het liefste wilde worden. Dat ik direct de kans kreeg op een vast contract, was te gek,” glundert hij van oor tot oor. “Wij maken alle molens hier van hout en soms zelfs helemaal vanaf 0. Dan bouw je wel twee jaar aan een molen. Maar ook restauratiewerk doen we veel. Dan herstellen we oude molens ter plekke. Dat duurt soms een paar dagen, soms een paar weken. De ene keer gaan we alleen, de andere keer met een heel team.”

De afwisseling maakt zijn werk bij Vaags Molenwerken het mooist

“In principe moet je hier alle technieken onder de knie hebben. Het is niet zo dat elke collega verantwoordelijk is voor een eigen deel van de molen. Natuurlijk is de een wel handiger met een bepaald onderdeel dan de ander, maar we doen eigenlijk alles,” legt Harm uit over het werkproces. “In de winter doen we ons werk voornamelijk vanuit de werkplaats hier in Aalten. In de zomer zijn we veel meer op pad. De projecten wisselen elkaar af en dat houdt het ontzettend leuk!”

Wil jij ook molenmaker worden?

Moet jij binnenkort een profiel kiezen? Of een vervolgstudie? “Als je echt graag met je handen werkt, kies daar dan ook voor! Ook al is het niet zo’n hoge opleiding, doe wat je leuk vindt. Je moet er natuurlijk wel je brood mee kunnen verdienen, maar met tegenzin naar je werk of studie gaan is ook niks,” geeft Harm als duidelijk statement. “Overweeg je een carrière als molenmaker? We zoeken hier altijd nieuwe collega’s of leerlingen die het vak willen leren. Kom eens kijken en wie weet is dit wat voor jou!”