Een technisch vakkenpakket
De beroepsrichtingen techniek en metaal hebben vaak een pittig vakkenpakket. Het krijgen van Wiskunde en NASK (natuurscheikunde, red.) kan leerlingen afschrikken. “Ze voelen zich daar al jong onzeker over,” legt Te Winkel uit. “En dat is niet nodig, want angst voor leren kun je wegnemen. We pakken die angst aan door vanaf leerjaar 1 het zelfvertrouwen te stimuleren. En leerlingen te laten experimenten met een hoger niveau. We gebruiken daarbij formatieve toetsen, waarmee je wel toetst maar er geen keihard cijfer aan hangt. Leerlingen krijgen met name inzicht in waar ze nog aan kunnen werken. Daardoor wordt het minder spannend en kunnen we veel beter bijsturen.”
Intelligent vakmanschap
Er wordt vaak gesproken over leerlingen met gouden handen. Die hebben de kneepjes van het vak snel in de vingers. “Maar voor gouden handen, heb je ook een gouden koppie nodig,” vertelt Te Winkel. “Je gebruikt namelijk jouw koppie, om je gouden handen aan te sturen. Daarom spreken we op het Metzo van intelligent vakmanschap, een term die bedacht is door directeur Hans Baan.”
Beeldend onderwijs
Om ervoor te zorgen dat leerlingen ook slagen voor die toetsen, maken ze het onderwijs bij het Metzo zo praktisch mogelijk. “Bijvoorbeeld wanneer een fundering uitgezet moet worden. Dan ontstaat een haakse hoek, die wij berekenen met de stelling van Pythagoras.” En niet alleen bij Wiskunde, maar ook bij NASK kijken ze hier heel goed naar. “Wanneer we uitleg geven over een relais, ziet dat er in het boek heel anders uit dan bij de vervolgopleiding of in de praktijk. We zorgen dat onze docenten dan het relais krijgen dat daar ook wordt gebruikt, om de verschillen uit te leggen en te laten zien waar ze later mee te maken krijgen.” Op die manier wordt de theorie die je op het bord uitlegt, makkelijk toepasbaar.
Loopbaanoriëntatie met toekomsttafel
Om te kijken welke richting zo’n leerling nu moet kiezen, maken ze op de middelbare school gebruik van de toekomsttafel. Het is een tafel van anderhalve meter waar je langs loopt en zicht krijgt op diverse beroepen. “We tonen al onze zes beroepsrichtingen,” verklaart Te Winkel. “Hierdoor ontdek je wat bij je past en wat niet. We moedigen leerlingen echt aan om eens te kijken bij de beroepen waar ze enthousiast van worden. Of juist waar ze minder om staan te springen. Ontdekken wat niet bij je past is ook heel leerzaam.” In de toekomsttafel wordt een spelelement verwerkt, waardoor het veel levendiger wordt en actiever is. Dit helpt om leerlingen te enthousiasmeren.